Wat is Pétanque??



De belangrijkste spelregels zijn heel eenvoudig.
Het spel wordt gespeeld door 2 teams van elk één, twee of drie personen. Iedere speler heeft 3 boules, behalve als een team uit 3 spelers bestaat. Dan heeft elke speler 2 boules. Door loting wordt bepaald welk team mag beginnen.
Een van de spelers van het team trekt een cirkel van maximaal 50 cm. op de grond en gooit van daaruit het kleine balletje (butje). Het but moet blijven liggen op tenminste 6 en niet meer dan 10 meter van de werpcirkel. Het team dat het but werpt, werpt ook de eerste boule en probeert deze zo dicht mogelijk bij het but te plaatsen. Daarbij moet er op gelet worden dat de voeten in de cirkel staan en zij niet van hun plaats mogen komen voordat de geworpen boule de grond heeft geraakt.
Lukt het vervolgens de tegenstander hun boule beter te plaatsen, dan hebben zij de leiding. Nu mag het eerste team weer proberen de situatie naar haar voordeel om te buigen en gaat daar mee door tot het al of niet gelukt is. Heeft een team geen boules meer dan kunnen haar tegenstanders met de nog resterende boules proberen meer punten te scoren.
Hebben beide teams geen boules meer dan worden de punten geteld. Dat zijn er zoveel, als een team boules dichter bij het but heeft liggen dan de beste boule van zijn tegenstander. Er is nu één mène gespeeld. Winnaar is het team dat als eerste 13 punten heeft gehaald.

Materiaal
Er bestaan verschillende soorten boules. Oorspronkelijk waren ze van hout, rondom bespijkerd met spijkers met grote platte koppen. Sommige waren mooi versierd met koperen en ijzeren spijkers.
Ver voor de tweede wereldoorlog, zo rond 1925, werden de eerste holle metalen boules gefabriceerd door de nu nog bestaande Franse boules- fabriek “Obut” in St. Bonnet le Château. Dat plaatsje ligt vlak bij St. Etienne en heeft ook een jeu de boulesmuseum.
Het toegestane gewicht van echte wedstrijdboules varieert van 650 tot 800 gram. De diameter mag minimaal 705 en maximaal 800 mm zijn. Een wedstrijdboule herken je aan een nummer. Elke wedstrijdboule die de fabriek verlaat heeft een serienummer. Zonder dat nummer is het een Boule Loisir, een vrijetijdsboule. Met een Boule Loisir mag je op officiële toernooien en competities niet spelen! En op de wedstrijdboule mag het serienummer niet onleesbaar zijn anders kan een scheidsrechter die boule afkeuren.
Er bestaan gladde boules, die worden meestal door “tireurs” gebruikt, en boules met verschillende soorten ringversiering. Die worden door de “plaatsers” gebruikt. Een plaatser speelt vaak met een kleinere boule dan een tireur. Een kleinere boule is immers iets moeilijker te raken. Omgekeerd kun je met een iets grotere ‘zachte’ boule makkelijker een geplaatste boule wegschieten. Boules zijn meestal metaalkleurig, maar tegenwoordig zijn er ook boules in de handel met gekleurde ringen. Dat is om de partijen uit elkaar te houden, voor toeschouwers en spelers reuze handig.
Het but is meestal van buxushout. De toegestane doorsnee van een but is minimaal 35 en maximaal 37 mm. Het mag verschillende kleuren hebben.

Meetapparatuur
Dan is er nog het meten. Er zijn veel soorten meetapparaten in de handel, van goedkoop tot heel duur. Het meest simpele is natuurlijk meten op z’n Frans: twee langs elkaar schuivende takjes. Voor het zuivere meten is een stijve rolmaat met grote cijfers en een duidelijke mm aanduiding het beste. Daarnaast is het handig om voor het nauwkeurige meten een uitschuifbare pen of antenne te hebben.

Puntentellers
Voor het bijhouden van de punten zijn ook verschillende apparaatjes in de handel. De meest gebruikte is de leren teller met twee cijferschijven die je kunt draaien.


Maak jouw eigen website met JouwWeb