Spelreglement

Algemene Regels (aangepast voor Club de Pétanque Pourplaisir)

art. 1 - Spelsamenstelling
art. 2 - Boules : diameter, gewicht en eigenschappen
art. 3 - Licenties
art. 4 - Wisselen van boules en breuk van boules of but

Het spel

art. 5 - Terrein en afmetingen
art. 6 - Start van het spel en werpcirkel
art. 7 - Gooi-afstand en -voorwaarden
art. 8 - Geldigheid van het but
art. 9 - Ongeldigheid van het but
art. 10 - Verwijderen van obstakels
art. 11 - Verplaatsing van het but door natuur,personen of dieren
art. 12 - Verplaatsing van het but naar een ander terrein
art. 13 - Puntentelling als het but uit het spel is
art. 14 - Plaatsing van het but na tussenkomst
art. 15 - Start van een mène nadat het but buiten het toegestane terrein komt

Boules

art. 16 - Werpen van de eerste boule
art. 17 - Gedrag van spelers en toeschouwers tijdens het spel
art. 18 - Boules welke zijn tegengehouden, van richting veranderd of buiten het spel zijn geraakt
art. 19 - Ongeldige boules
art. 20 - Boules welke zijn tegengehouden
art. 21 - Toegestane speeltijd
art. 22 - Verplaatsing van boules door natuur, personen of dieren
art. 23 - Spelen van verkeerde boules
art. 24 - Verkeerde plaatsing van boules

Punten en meting

art. 25 - Wegnemen van boules om te (kunnen) meten
art. 26 - Meting
art. 27 - Verwijderen van de boules na het spel
art. 28 - Verplaatsing van boules of but tijdens de meting
art. 29 - Gelijkwaardige boules
art. 30 - Verwijdering van vuil op de boule vóór meting
art. 31 - Spelonenigheid en protesten

Discipline

art. 32 - Strafpunten voor afwezige ploegen of spelers
art. 33 - Aankomst van afwezige speler
art. 34 - Vervanging van spelers
art. 35 - Slecht weer, onafgemaakte partijen, ontbreken van een speler
art. 36 - Verdeling van prijzen en wangedrag
art. 37 - Wangedrag van een speler
art. 38 - Verplichtingen van de scheidsrechter en gedrag van de toeschouwers
art. 39 - Samenstelling en taken van de wedstrijdjury

Kleding van de spelers

 


Algemene regels

art. 1 - Spelsamenstelling

Petanque is een sport tussen twee ploegen van ieder drie spelers (triplette). Bij een triplette beschikt iedere speler over twee boules.
Ook is toegestaan twee spelers tegen twee spelers (doublette) en één speler tegen één speler (tête-à-tête).
Bij een doublette en tête-à-tête beschikt iedere speler over drie boules. Elke andere formule is niet toegestaan.

art. 2 - Boules : diameter, gewicht en eigenschappen

Petanque wordt gespeeld met boules welke door de "Fédération Internationale de Pétanque et Jeu Provencal" (FIPJP) zijn goedgekeurd en welke moeten voldoen aan de volgende eisen:

  • a) de boules moeten van metaal zijn;
  • b) de boules moeten een diameter hebben van ten minste 70,5 mm en ten hoogste 80 mm;
  • c) de boules moeten een gewicht hebben van ten minste 650 gram en ten hoogste 800 gram. Het merk van de fabrikant van de boules en de cijfers die het gewicht aangeven moeten in de boules zijn gegraveerd en steeds leesbaar zijn;
  • d) de boules mogen niet van lood of zand worden voorzien, noch worden getruqueerd in de algemene zin, of enige andere verandering of wijziging ondergaan na de machinale bewerking door de fabrikant die door de FIPJP is erkend.

Het is niet toegestaan de boules opnieuw te verhitten om de door de fabrikant opgegeven hardheid te wijzigen.
De naam en voornaam van de speler (of initialen) mogen in de boules worden gegraveerd, evenals de verschillende logo's of merken van de fabrikant, overeenkomstig de specificatie die ten grondslag ligt aan de vervaardiging van de boules.
(PPP regel: Het aanbrengen van kleuren is toegestaan)

sub art.  2.1

De speler die zich schuldig maakt aan overtreding van het bepaalde onder punt d) van artikel 2, wordt onmiddellijk van de wedstrijd uitgesloten, evenals zijn medespeler(s).
De volgende twee gevallen kunnen zich voordoen:

  • de zogenaamde "getruqueerde" boules: de speler stelt zich bloot aan intrekking van zijn licentie voor een periode zoals voorzien in het regelement tuchtrechtspraak en eventueel aan andere sancties, die aan de schuldige speler kunnen worden opgelegd door de commissie tuchtrechtspraak van de Nederlandse Jeu de Boules Bond (NJBB);
  • de zogenaamde "nagegloeide" boules: de speler stelt zich bloot aan intrekking van zijn licentie voor de duur van 2 jaar en een verbod op deelname aan de kwalificatiewedstrijden voor de nationale en internationale kampioenschappen voor de duur van 3 tot 5 jaar.

Indien in één van deze beide gevallen de boules zijn geleend en de eigenaar is bekend, zal deze laatste worden bestraft met een schorsing van 2 jaar.

Indien een niet getruqueerde, maar wel versleten of ondeugdelijk gefabriceerde boule een controleproef niet met gunstig gevolg doorstaat, of niet voldoet aan onder de punten a), b) of c) van artikel 2 genoemde eisen, moet de speler de boule vervangen. De speler mag ook de set boules vervangen.

Protesten met betrekking tot het vermelde onder de punten a), b) of c) van artikel 2 door de spelers van twee ploegen zijn slechts ontvankelijk voor de aanvang van de partij. Derhalve is het in het belang van de spelers zich voor de aanvang van de partij ervan te vergewissen, of hun eigen boules en die van hun tegenstanders aan de onder de punten a), b) en c) van artikel 2 gestelde eisen voldoen.

Protesten van de spelers met betrekking tot het vermelde onder punt d) van artikel 2, zijn ontvankelijk gedurende de gehele partij, maar kunnen slechts worden ingediend tussen twee mènes.

Vanaf de derde mène zal een ongegrond gebleken protest met betrekking tot de boules van de tegenstander worden beboet met drie strafpunten die bij de score van de tegenstander worden opgeteld.

Ingeval de boules moesten worden opengemaakt, is de indiener van het protest aansprakelijk. Met name is hij gehouden de boules te vervangen of te vergoeden indien de boules aan de regels blijken te voldoen.

In geen geval kan van de indiener betaling van schadevergoeding worden geëist.

De scheidsrechter en de jury kunnen steeds en op elk moment van het spel, overgaan tot controle van de boules van een of meer spelers.

(PPP regel: Een speler gebruikt een set gelijke boules)

sub art. 2.2

Buts zijn uitsluitend van hout.
De diameter moet ten minste 25 mm en ten hoogste 35 mm zijn. Geverfde buts, ongeacht de kleur, zijn toegestaan.
 

art. 3 - Licenties

Voor de aanvang van een wedstrijd moet iedere speler zijn licentie tonen.
Hij moet de licentie ook kunnen tonen op verzoek van de scheidsrechter, of bij aanvang van een partij op verzoek van de tegenstander.
Elke licentie wordt uitgegeven volgens het administratieve reglement van de bond en zal onder meer van een gestempelde foto en de handtekening van de houder zijn voorzien.

art. 4 - Wisselen van boules en breuk van boules of but

Het is de spelers verboden boules of het but tijdens de partij te vervangen, behoudens in de volgende gevallen:

  • de boules of het but zijn onvindbaar. De zoektijd is beperkt tot 5 minuten;
  • de boule of het but breekt.
    Wanneer er geen boules meer te spelen zijn komt het grootste stuk in aanmerking voor de puntentelling.
    Indien er nog boules te spelen zijn, dan moet het grootste stuk na de meting onmiddellijk worden vervangen door een boule of but van gelijke of nagenoeg gelijke diameter.
    De vervanging van een gebroken boule door een gelijke boule, of door een andere set boules, is vanaf de volgende mène toegestaan.

Het spel


art. 5 - Terrein en afmetingen

Petanque wordt beoefend op alle terreinen.
De wedstrijdleiding of de scheidsrechter kan de ploegen echter verplichten tegen elkaar uit te komen op een afgebakend terrein.

Voor de nationale kampioenschappen en internationale wedstrijden moeten in dat geval de afgebakende terreinen een lengte van ten minste 15 meter en een breedte van ten minste 4 meter hebben.
Wat andere wedstrijden betreft, kan de NJBB toestemming verlenen af te wijken van de genoemde afmetingen, met dien verstande dat de afgebakende terreinen ten minste een lengte van 12 meter en een breedte van ten minste 3 meter hebben.
De partijen worden gespeeld voor 13 punten met de mogelijkheid om partijen in poules en in cadrageronden voor 11 punten te doen spelen.

art. 6 - Start van het spel en werpcirkel

De spelers loten om uit te maken wie van de twee ploegen de keuze van het terrein heeft in geval aan hen door de wedstrijdleiding geen terrein werd toegewezen en welke ploeg als eerste het but mag uitwerpen.
Een van de spelers van de ploeg die de loting heeft gewonnen, kiest de plaats waar wordt begonnen en trekt een cirkel, zodanig dat de voeten van iedere speler geheel binnen de cirkel kunnen worden geplaatst.
De diameter van de cirkel mag niet kleiner dan 35 cm en niet groter dan 50 cm zijn.
De cirkel moet minimaal 1 meter van elk obstakel of van de grens van niet toegestaan terrein worden getrokken en bij wedstrijden op een niet afgebakend terrein op ten minste 2 meter van elke andere cirkel.

 

PPP regel: Voor de PPP banen in Hulst geldt een afstand van 40 cm van de rand van het speelveld.

 

De voeten behoren zich geheel binnen de cirkel te bevinden, mogen de cirkellijn niet raken en mogen de cirkellijn niet overschrijden noch geheel van de grond loskomen voordat de gespeelde boule de grond heeft geraakt.
Geen enkel ander lichaamsdeel mag de grond buiten de cirkel raken.

Gehandicapten, die de functie van een been missen, mogen bij wijze van uitzondering met één voet binnen de cirkel staan.

Voor spelers in een rolstoel, moet de cirkel zich in het midden van de twee wielen bevinden en de voetsteun ter hoogte van de cirkellijn.

Het uitwerpen van het but door een speler van een ploeg houdt niet in, dat hij ook als eerste een boule moet spelen.

Wanneer een terrein aan twee tegen elkaar uitkomende ploegen is toegewezen, mogen deze zonder toestemming van de scheidsrechter niet uitwijken naar een ander terrein.

art. 7 - Gooiafstand en gooivoorwaarden

Om geldig te zijn moet het but dat door een speler is geworpen voldoen aan de volgende voorwaarden:
 

  • de afstand tussen het but en het dichtstbijzijnde deel van de cirkellijn moet bedragen:
  • minimaal 4 en maximaal 8 meter voor pupillen;
  • minimaal 5 en maximaal 9 meter voor aspiranten;
  • minimaal 6 en maximaal 10 meter voor junioren en senioren;
  • de cirkel moet zich op een afstand van minimaal 1 meter van elk obstakel en van de grens van een niet toegestaan terrein bevinden.
  • het but moet op een afstand van minimaal 1 meter van elk obstakel en van de dichtstbijzijnde grens van een niet toegestaan terrein liggen.
  • het but moet zichtbaar zijn voor de speler, die geheel rechtop staat, met de voeten geheel binnen de rand van de cirkel.

PPP regel: De afstanden tot obstakels is 30 cm. Dit is meestal de rand van het speelveld


In geval van onenigheid op dit punt beslist de scheidsrechter of het but zichtbaar is. Tegen deze uitspraak is geen beroep mogelijk. In de volgende mène wordt het but geworpen vanuit een cirkel die getrokken is rondom het punt waar het but in de vorige mène lag, behalve in de volgende gevallen:

  • wanneer de cirkel dan op een afstand van minder dan 1 meter (PPP 30 cm) van een obstakel of de grens van een niet toegestaan terrein zou liggen.
  • wanneer het but niet op alle reglementaire afstanden zou kunnen worden geworpen
    In het eerste geval trekt de speler de cirkel op de reglementaire afstand van het obstakel of van het niet toegestane terrein.
    In het tweede geval mag de speler in de lijn, waarin de cirkel en het but zich bevonden zover achteruit gaan totdat hij het but op de maximaal toegestane afstand kan uitwerpen. Dit mag alleen, als het but in geen enkele richting op de reglementair toegestane afstand kan worden geworpen.

Wanneer na drie achtereenvolgende worpen door dezelfde ploeg het but niet volgens de hiervoor gestelde voorwaarden reglementair is geworpen, komt het toe aan de tegenstander die eveneens over drie pogingen beschikt en die overeenkomstig de in de vorige alinea gestelde voorwaarden de cirkel naar achteren mag verplaatsen. Indien deze ploeg niet slaagt in haar drie worpen dan mag de cirkel niet meer van plaats worden veranderd.

In elk geval behoudt de ploeg die het but na de eerste drie worpen heeft verloren, het recht om als eerste een boule te spelen.

art. 8 - Geldigheid van het but

Als het but bij het uitwerpen wordt tegengehouden door de scheidsrechter, een speler, een toeschouwer, een dier of een bewegend voorwerp is het niet geldig.
Het but moet opnieuw worden geworpen, zonder dat deze worp meetelt als één van de drie worpen waarop de ploeg of de speler recht heeft.

Indien na het uitwerpen van het but de eerste boule is gespeeld, heeft de tegenstander nog het recht de reglementaire ligging van het but te betwisten.
Indien het bezwaar als geldig wordt erkend, wordt het but opnieuw geworpen en de boule opnieuw gespeeld.

Wanneer de tegenstander eveneens een boule heeft gespeeld, wordt het but definitief als geldig beschouwd en is geen enkel protest meer toegestaan.

Om het but opnieuw uit te werpen moeten de beide ploegen het eens zijn dat de worp ongeldig was, of dat de scheidsrechter daartoe besliste.
Het is dan onmogelijk om terug te komen op de voorgaande worp.

Indien een ploeg anders handelt, verliest deze ploeg het recht om het but uit te werpen.

art. 9  - Ongeldigheid van het but

Het but is ongeldig in de volgende zes gevallen:

  • wanneer het but, na het uitwerpen, zich niet bevindt binnen de gestelde grenzen overeenkomstig art.7 (afstand);
  • wanneer het but tijdens een mène wordt verplaatst naar een niet toegestaan terrein, zelfs als het but terugkomt op toegestaan terrein. Het but op de grens van een toegestaan terrein is geldig. Het is ongeldig nadat het in zijn geheel de grens van het toegestane terrein of de verlieslijn is gepasseerd, dit betekent dat het zich recht van boven gezien geheel op niet toegestaan terrein bevindt. Een plas water waarop het but vrij drijft, wordt als niet toegestaan terrein beschouwd;
  • wanneer het but dat zich op het toegestaan terrein bevindt zodanig is verplaatst, dat het volgens de regels van art. 7 niet meer zichtbaar is voor de speler vanuit de cirkel. Echter, een but dat achter een boule schuilgaat, is niet ongeldig. De scheidsrechter is bevoegd een boule tijdelijk weg te nemen om te constateren of het but zichtbaar is;
  • wanneer het but wordt verplaatst op meer dan 20 meter of minder dan 3 meter van de cirkel;
  • wanneer het verplaatste but onvindbaar is. De zoektijd is beperkt tot 5 minuten;
  • wanneer er zich een niet-toegestaan terrein bevindt tussen het but en de cirkel.

art. 10 - Verwijderen van obstakels

Het is de spelers ten strengste verboden welk obstakel dan ook op het terrein (stenen, zand, bladeren enz.) te verwijderen, te verplaatsen, te verbrijzelen of in de grond te drukken.
Het is aan de speler die het but gaat uitwerpen toegestaan maximaal drie maal met zijn boule de donnée te onderzoeken.
De speler die zich gereed maakt om te gaan spelen of een van zijn medespelers mag de inslag (donnée), welke door de laatst gespeelde boule werd gemaakt, dichtmaken.
Voor het niet in acht nemen van de in dit artikel gegeven regels kunnen de spelers de volgende sancties worden opgelegd:

  • een waarschuwing;
  • een ongeldigheidsverklaring van de gespeelde of de te spelen boule;
  • een diskwalificatie van de schuldige ploeg;
  • een diskwalificatie van de beide ploegen in geval van oogluikend toestaan.

art. 11 - Verplaatsing van het but door natuur, personen of dieren

Indien tijdens een mène het but onverwacht wordt bedekt door een boomblad of een stuk papier worden deze voorwerpen verwijderd.
Indien het but dat stilligt in beweging komt, bijvoorbeeld als gevolg van de wind of de helling van het terrein, wordt het but op zijn oorspronke lijke plaats teruggelegd, onder voorwaarde dat het was gemarkeerd.
Indien het but per ongeluk wordt verplaatst door de scheidsrechter, een speler, een toeschouwer, een boule of een but uit een ander spel, een dier of een bewegend voorwerp, wordt het but eveneens op zijn oorspronkelijke plaats teruggelegd.
Om elke onenigheid te vermijden, behoren de spelers het but te markeren.
Geen enkel protest wordt toegestaan dat betrekking heeft op (de ligging van) de boules of het but welke niet zijn gemarkeerd.

art. 12 - Verplaatsing van het but naar een ander terrein

Als het but tijdens een mène naar een ander speelterrein wordt verplaatst, afgebakend of niet, is het but geldig onder voorbehoud van de in artikel 9 gestelde regels.
De spelers die dit but gebruiken behoren zonodig het einde van de mène, die door de spelers op het andere speelterrein is begonnen, af te wachten alvorens de eigen mène af te maken.
De spelers op wie dit van toepassing is, behoren het nodige geduld en beleefdheid te betrachten.

art. 13 - Puntentelling als het but uit het spel is

Wanneer het but tijdens een mène ongeldig wordt, doen zich drie mogelijkheden voor:

  • slechts één ploeg heeft nog boules te spelen. Deze ploeg krijgt evenveel punten als het aantal nog te spelen boules. De mène is geldig;
  • beide ploegen hebben geen boules meer te spelen. De mène is ongeldig;
  • beide ploegen hebben nog boules te spelen. De mène is ongeldig.
     

art. 14 - Plaatsing van het but na tussenkomst

Wanneer het but door een boule is geraakt en wordt tegengehouden door een toeschouwer of door de scheidsrechter behoudt het zijn plaats.
Indien het but door een boule is geraakt en wordt tegengehouden door een speler dan heeft de tegenstander van degene die het heeft tegengehouden de keuze uit:
a) het but laten liggen op zijn nieuwe plaats;
b) het but terugleggen op zijn oorspronkelijke plaats;
c) het but leggen in het verlengde van de lijn, die de oorspronkelijke plaats van het but verbindt met de plaats waar het zich bevindt, maar alleen op toegestaan terrein en op zodanige wijze dat de mène kan worden vervolgd.
Het vermelde onder de punten b) en c) mag alleen worden toegepast, als het but tevoren was gemarkeerd. Zo niet, dan behoudt het zijn nieuwe plaats.
Wanneer het but op niet toegestaan terrein komt, om daarna uiteindelijk terug te komen op het speelterrein, is het gestelde in artikel 13 van toepassing.

art. 15 - Start van een mène nadat het but buiten het toegestane terrein komt.

Hier kunnen zich twee situaties voordoen ( zie art. 13) :

1) de mène is geldig;

het but wordt in de volgende mène geworpen vanuit de cirkel die te maken is van de plek waar het but uitging, onder voorbehoud van de in artikel 7 gestelde regels:

a) dat de cirkel kan worden getrokken op een afstand van 1 meter van elk obstakel en van de grens van een niet toegestaan terrein;
b) dat het but op een reglementaire afstand kan worden geworpen.

2) de mène is ongeldig.

het but wordt in de volgende mène geworpen vanuit de cirkel van de laatste mène,  door dezelfde ploeg die toen uitwierp (de mène wordt dus letterlijk overgespeeld).

PPP regel: Als de but buiten het toegestane terrein komt (tegen of over de rand van het speelveld) is de mène ongeldig en is artikel 13 van toepassing.


Boules


art. 16 - Werpen van de eerste boule

De eerste boule van een mène wordt gespeeld door een speler van de ploeg die de loting of de vorige mène heeft gewonnen. De speler mag van geen enkel voorwerp gebruik maken of op de grond een streep zetten om de plaats aan te duiden waar hij zijn boule wil werpen of zijn donnée aan te duiden.
Wanneer een speler zijn laatste boule speelt, is het niet toegestaan een extra boule in de andere hand te houden.
Het is niet toegestaan het but of de boule vochtig te maken. Indien de eerste gespeelde boule zich op niet toegestaan terrein bevindt, moet de tegenstander de volgende boule spelen. Wanneer ook deze uit gaat moet er beurtelings worden gespeeld totdat er een boule op toegestaan terrein ligt.
Wanneer geen enkele boule meer op toegestaan terrein ligt ingevolge van een geschoten of geplaatste boule is het gestelde in artikel 29 van toepassing.

art. 17 - Gedrag van spelers en toeschouwers tijdens het spel

Gedurende de reglementaire tijd die de speler heeft om een boule te spelen behoren de toeschouwers en de spelers de grootst mogelijke stilte in acht te nemen. De tegenstanders mogen niet lopen, geen gebaren maken, of iets anders doen wat de speler zou kunnen storen. Alleen zijn medespelers mogen zich ophouden tussen het but en de cirkel. De tegenstanders moeten zich ophouden voorbij het but of achter de speler en in beide gevallen houden zij een afstand van ten minste 2 meter zijwaarts van het but of de speler. De spelers die deze regels niet in acht nemen kunnen van de wedstrijd worden uitgesloten, indien zij na een waarschuwing van de scheidsrechter, in hun gedrag volharden.

art. 18 - Boules welke zijn tegengehouden, van richting veranderd of buiten het spel zijn geraakt

Een gespeelde boule mag niet opnieuw worden gespeeld. De boules echter die op hun weg tussen de cirkel en het but onopzettelijk worden tegengehouden of uit hun koers worden gebracht door een boule of een but uit een ander spel, door een dier, of door een bewegend voorwerp, alsmede in het geval voorzien in artikel 8, tweede alinea, moeten opnieuw worden gespeeld. Niemand mag bij wijze van proef zijn boule in het spel werpen. Wanneer de terreinen door de wedstrijdleiding zijn afgebakend, moet het but worden geworpen op het terrein dat aan de ploegen is toegewezen. De boules en het but die tijdens een mène buiten het afgebakende terrein komen blijven geldig, behalve in de in artikel 9 en artikel 19 genoemde regels. In de volgende mène vervolgen de ploegen het spel op het terrein dat hen is toegewezen. Wanneer de terreinen van een afzetting zijn voorzien - dit geldt alleen voor erespeelterreinen - moet de afzetting zich bevinden op een afstand van minimaal 30 cm achter de verlieslijn. De verlieslijn mag de terreinen omgeven op een afstand van maximaal 4 meter.

art. 19 - Ongeldige boules

Een boule is ongeldig zodra hij op niet toegestaan terrein komt. De boule is pas ongeldig nadat het in zijn geheel de grens van het toegestane terrein of de verlieslijn is gepasseerd, dit betekent dat deze zich recht van boven gezien geheel op het niet toegestaan terrein bevindt. Indien de boule vervolgens op het toegestane terrein terugkomt, hetzij door de helling van het terrein, hetzij dat hij via een bewegend of vast obstakel wordt teruggekaatst, moet hij onmiddelijk uit het spel worden genomen. Alles wat de boule bij zijn terugkomst op het speelterrein heeft verplaatst, moet op zijn plaats worden teruggelegd. Een ongeldige boule moet onmiddellijk uit het spel worden genomen. Wanneer dit niet onmiddellijk gebeurt, wordt de boule als geldig beschouwd zodra een volgende boule is gespeeld.

PPP regel: Ongeldig terrein is voor de PPP banen tegen of over de rand.

art. 20 - Boules welke zijn tegengehouden

Een gespeelde boule die is tegengehouden door een toeschouwer of door de scheidsrechter, behoudt zijn plaats waar hij tot stilstand is gekomen. Een gespeelde boule die is tegengehouden door een speler van de ploeg aan wie de boule toebehoort, is ongeldig. Een geplaatste boule die is tegengehouden door een tegenstander, mag naar keuze van de speler opnieuw worden gespeeld of blijven liggen op de plaats waar hij tot stilstand is gekomen. Wanneer een geschoten boule of geraakte boule wordt tegengehouden door een speler, mag de tegenstander van degene die de fout heeft gemaakt:
a). de boule laten liggen op de plaats waar hij tot stilstand is gekomen;
b). het object (boule of but) dat werd geraakt in het verlengde leggen van de lijn die de oorspronkelijke plaats van het object verbindt met de plaats waar het zich bevindt, maar alleen op een bespeelbaar terrein en onder voorwaarde dat het object was gemarkeerd.
De speler die opzettelijk een boule tot stilstand brengt wordt evenals zijn medespeler(s) ten aanzien van de partij waarin het gebeurde, onmiddelijk gediskwalificeerd.

art. 21 - Toegestane speeltijd

Zodra het but is geworpen, heeft iedere speler maximaal 1 minuut om zijn boule te spelen. De tijd gaat in, zodra het but of een gespeelde boule stilligt en wanneer er moet worden gemeten, zodra de meting is verricht. Dezelfde regels gelden met betrekking tot het uitwerpen van het but na elke mène. De speler die zich hieraan niet houdt, kan met de in artikel 10 genoemde sancties worden bestraft.

art. 22 - Verplaatsing van boules door natuur of personen

Wanneer een stilliggende boule in beweging komt, bijvoorbeeld als gevolg van de wind of de helling van het terrein, wordt de boule op zijn plaats teruggelegd. Hetzelfde gebeurt met een boule die per ongeluk wordt verplaatst door een speler, een scheidsrechter, een toeschouwer, een dier of door een bewegend voorwerp. Om onenigheid te vermijden, moeten de spelers de boules en het but markeren. Een protest dat betrekking heeft op een niet gemarkeerde boule of but zal niet worden gehonoreerd en de scheidsrechter zal slechts een uitspraak doen op grond van de feitelijke ligging van de boules en van het but op het terrein.

art. 23 - Spelen van verkeerde boules

De speler die met een andere boule speelt dan de zijne, krijgt een waarschuwing. De gespeelde boule is niettemin geldig maar hij moet onmiddellijk, eventueel na meting ervan, worden vervangen door een eigen boule.
Wanneer er tijdens een partij sprake is van herhaling, dan wordt de boule van de schuldige speler ongeldig verklaard en wordt alles dat door deze boule is verplaatst, op zijn plaats teruggelegd.
Voordat een speler zijn boule speelt, moet de speler hem ontdoen van elk spoor van modder of wat er ook aankleeft, dit op straffe van toepassing van de in artikel 10 genoemde sancties. Het is de spelers niet toegestaan de gespeelde boules op te rapen vóór het einde van de mène.

art. 24 - Verkeerde plaatsing van boules

Een niet reglementair gespeelde boule is ongeldig en alles wat door de boule op zijn weg is verplaatst, moet op zijn oorspronkelijke plaats worden teruggelegd. Hetzelfde geldt voor een boule die vanuit een andere cirkel is gespeeld dan die van waaruit het but is geworpen.
De tegenstander heeft echter steeds het recht de voordeelregel toe te passen en deze boule geldig te verklaren. In dit geval is de geplaatste of geschoten boule geldig en blijft alles dat de boule heeft verplaatst, op de nieuwe plaats liggen. De ploeg die het but gaat uitwerpen moet alle cirkels in de nabijheid van de cirkel vanwaar hij gaat uitwerpen uitwissen.


Punten en meting


art. 25 - Wegnemen van boules om te (kunnen) meten

De boules en obstakels die zich bevinden tussen het but en de te meten boules, mogen om de meting te kunnen verrichten tijdelijk van hun plaats worden weggenomen, nadat deze zijn gemarkeerd. Na de meting worden de boules en obstakels weer op hun plaats teruggelegd. Indien obstakels niet kunnen worden weggenomen, kan met behulp van een passer worden gemeten.

art. 26 - Meting

De taak om te meten berust op de speler die het laatst een boule heeft gespeeld of één van zijn medespelers. De tegenstanders hebben steeds het recht om opnieuw te meten.
Ongeacht de positie van de te meten boules en het moment in de mène, kan de scheidsrechter worden geraadpleegd. Tegen de uitspraak van de scheidsrechter is geen beroep mogelijk.
Iedere ploeg moet het juiste meetgereedschap bezitten om de metingen te kunnen uitvoeren. Het is niet toegestaan de metingen uit te voeren met behulp van de voeten. De spelers die deze regel niet in acht nemen kunnen van de wedstrijd worden uitgesloten, als zij na een waarschuwing van de scheidsrechter, in hun gedrag volharden.

art. 27 - Verwijderen van de boules na het spel

Een boule die aan het einde van de mène wordt opgeraapt, voordat de puntentelling heeft plaatsgevonden, is ongeldig wanneer de boule niet was gemarkeerd. Hiertegen kan geen protest worden ingediend.

art. 28 - Verplaatsing van boules of but tijdens de meting

Het punt is verloren voor een ploeg indien een van de spelers die de meting verricht, het but of een van de betwiste boules verplaatst. Indien de scheidsrechter bij de meting het but of de boule beweegt of verplaatst en na de nieuwe meting blijkt, dat de boule die aanvankelijk werd geacht op punt te liggen nog steeds op punt ligt, dan doet de scheidsrechter in alle rechtvaardigheid een uitspraak.
Hetzelfde gebeurt in het veronderstelde geval waarin na een nieuwe meting blijkt dat de boule die aanvankelijk geacht werd op punt te liggen, niet meer op punt ligt.

art. 29 - Gelijkwaardige boules

Als twee boules die elk aan een ploeg toebehoren, op gelijke afstand van het but liggen, of het but raken en er zijn geen boules meer te spelen dan is de mène onbeslist en het but blijft aan de ploeg die de voorafgaande mène heeft gewonnen.
Als slechts één ploeg nog over één of meer boules beschikt, dan wordt er doorgespeeld en tellen de boules die tenslotte dichter bij het but liggen dan de dichtsbij liggende boule van de tegenstander als punt.
Als de beide ploegen over één of meer boules beschikken, speelt de ploeg die het laatst heeft gespeeld opnieuw, daarna moet er beurtelings worden gespeeld totdat het punt door een ploeg is gewonnen. Wanneer er één ploeg overblijft die nog over boules beschikt, dan is het bepaalde in de tweede alinea van toepassing.
Als aan het eind van de mène geen enkele boule op toegestaan terrein ligt is de mène ongeldig.

art. 30 - Verwijdering van vuil op de boule vóór meting

Alles wat aan de boule of het but kleeft, moet vóór de meting worden verwijderd.

art. 31 - Spelonenigheid en protesten

Om ontvankelijk te zijn moet een protest bij de scheidsrechter worden in gediend. Wanneer een protest wordt ingediend, nadat het resultaat van een partij vaststaat, wordt het niet meer in overweging genomen. Iedere ploeg is verantwoordelijk voor het toezicht op de tegenstander (licenties, categorie, speelterrein, boules, enz.).


Discipline


art. 32 - Strafpunten voor afwezige ploegen of spelers

De spelers behoren bij de wedstrijdtafel aanwezig te zijn, wanneer de loting voor de ontmoetingen en de bekendmaking van de uitslag hiervan plaatsvindt.
De ploeg die een kwartier na het bekendmaken van de uitslag van de loting niet op het speelterrein aanwezig is, krijgt een strafpunt dat ten gunste van de tegenstander komt. Na het verstrijken van dit kwartier komt, voor elke 5 minuten afwezigheid, er een strafpunt bij.
Dezelfde sancties zijn van toepassing tijdens het verdere verloop van de wedstrijd, na elke loting en in het geval van hervatting van de partijen als deze, om welke reden dan ook, onderbroken zijn geweest. De ploeg die binnen een uur na de bekendmaking van de loting nog niet op het speelterrein aanwezig is, wordt wegens niet opkomen tot verliezer verklaard.
Een onvolledige ploeg heeft het recht de partij te beginnen zonder op de afwezige speler te wachten, maar beschikt niet over zijn boules.

art. 33 - Aankomst van afwezige speler

Indien de afwezige speler zich komt melden, nadat de eerste mène is begonnen mag hij aan deze mène niet meer deelnemen. De speler wordt pas bij de volgende mène tot het spel toegelaten.
Meldt de speler die afwezig was zich later dan 1 uur na aanvang van de partij, dan verliest hij het recht aan deze partij deel te nemen. Indien zijn medespeler(s) deze partij wint(winnen), mag hij aan de volgende partij deelnemen, indien de ploeg mede onder zijn naam is ingeschreven. Indien de wedstrijd in poules wordt gespeeld, dan mag de speler aan de tweede partij deelnemen, ongeacht het resultaat van de eerste partij.
Een mène wordt geacht te zijn begonnen, wanneer het but op reglementaire wijze op het speelterrein is geworpen.

art. 34 - Vervanging van spelers

Vervanging van een speler in doubletten of één of twee spelers in tripletten is slechts toegestaan, zolang de wedstrijd nog niet is begonnen (door middel van een fluitsignaal of aankondiging) en op voorwaarde dat de vervanger(s) niet waren ingeschreven voor de wedstrijd in een andere ploeg.

art. 35 - Slecht weer, onafgemaakte partijen, ontbreken van een speler

In geval van regen moet elke mène die aan de gang is, worden voltooid, tenzij de scheidsrechter, die in deze alleen bevoegd is anders beslist.
De scheidsrechter met de jury zijn bevoegd te beslissen over een onderbreking of de annulering van een mène in geval van overmacht. Wanneer na de aankondiging van een nieuwe fase in de wedstrijd (2e, 3e ronde, enz.) bepaalde partijen nog niet zijn voltooid, kan de scheidsrechter, na raadpleging van de wedstrijdleiding, alle maatregelen of besluiten nemen die hij nodig acht voor een goed verloop van de wedstrijd.
Een speler mag zich niet van een aan de gang zijnde partij verwijderen of het speelterrein verlaten zonder toestemming van de scheidsrechter. Mocht dit toch gebeuren, zonder dat toestemming is verleend, dan worden de regels van artikel 32 en artikel 33 toegepast.

art. 36 - Verdeling van prijzen en wangedrag

Verdeling van de prijzen en de beloningen is ten strengste verboden.
Wanneer ploegen tijdens het spelen van finale-partijen of andere partijen blijk geven van gebrek aan sportiviteit en aan respect tegenover het publiek, de wedstrijdleiding of de scheidsrechter, zullen zij van de wedstrijd worden uitgesloten. Deze uitsluiting kan tot gevolg hebben dat eventueel behaalde resultaten niet geldig worden verklaard, alsmede toepassing van de in artikel 37 gestelde sancties.

art. 37 - Wangedrag van een speler

De speler die zich schuldig maakt aan incorrect gedrag of, reden te meer, aan geweld jegens een wedstrijdleider, een scheidsrechter, een andere speler of een toeschouwer, kan afhankelijk van de ernst van de overtreding met één of meer van de hieronder genoemde sancties worden bestraft:
1) uitsluiting van de wedstrijd;
2) intrekking van de licentie;
3) inbeslagname van of verplichting tot teruggave van de prijzen en beloningen.
De sanctie die ten aanzien van de schuldige speler wordt genomen, kunnen ook worden toegepast op zijn medespeler(s). De onder de punten 1) en 2) genoemde sancties worden opgelegd door de scheidsrechter. De onder punt 3) genoemde sanctie wordt toegepast door de wedstrijdleiding. De wedstrijdleiding moet binnen 48 uur de inbeslaggenomen prijzen en beloningen, tezamen met haar verslag, doen toekomen aan de bondsinstantie die over de bestemming ervan beslist.
In elk geval beslist in laatste instantie het bondsbestuur.

art. 38 - Verplichtingen van de scheidsrechter en gedrag van de toeschouwers

De scheidsrechters die zijn aangewezen voor het leiden van de wedstrijden zijn belast met het toezicht op de strikte toepassing van het spelreglement en de administratieve reglementen die deze completeren. De scheidsrechters hebben de bevoegdheid om iedere speler of iedere ploeg die zou weigeren zich bij hun beslissing neer te leggen, van deelname aan de wedstrijd uit te sluiten.
Toeschouwers met een licentie of de geschorsten die door hun gedrag de oorzaak zouden zijn van ongeregeldheden op het speelterrein, zullen door de scheidsrechter worden gerapporteerd aan de daartoe aangewezen bondsinstantie. Deze bondsinstantie zal de zaak van de overtreder(s) aanhangig maken bij de commissie tuchtrechtspraak. Deze commissie zal de schuldige(n) oproepen en uitspraak doen over de te nemen sancties.

art. 39 - Samenstelling en taken van de wedstrijdjury

Gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, worden onderworpen aan het oordeel van de scheidsrechter die hierover kan beraadslagen met de jury. Deze jury bestaat uit ten minste drie en ten hoogste vijf leden. Tegen de op grond van dit artikel genomen beslissingen door de jury is geen beroep mogelijk.
Als de stemmen staken is de stem van de voorzitter van de jury doorslaggevend.


Kleding van de spelers


Correcte kleding is voor iedere speler vereist; ontbloot bovenlichaam of blote voeten zijn niet toegestaan.
Een speler die deze regels niet nakomt wordt, na een waarschuwing van de scheidsrechter, van deelneming aan de wedstrijd uitgesloten.

Dit reglement is overeenkomstig het Internationaal Spelreglement Pétanque van de FIPJP mede uitgegeven door de NJBB, 1 juni 1996.

Aangepast door PP op 26/4/2014 (artikel 7, afstand tot obstakel buut is 30 cm i.p.v. 40 cm.)


 

Maak jouw eigen website met JouwWeb